In het jaar 1670, in het schilderachtige Coevorden, werd Mijndert van der Thijnen benoemd tot schoolmeester en koster door het stadsbestuur en kerkbestuur van Coevorden. Zijn leven nam echter een onverwachte wending toen in 1672 de dreigende schaduw van de Munsterse troepen onder Fürst Bisschoff Bernhard von Galen van Münster over Coevorden viel.

Op 11 juli 1672 gaf Coevorden zich over aan de Munsterse belegering. De hervormde kerk, die in 1647 was ingewijd, zag opnieuw de rooms-katholieke eredienst binnen haar muren. Beide predikanten werden gedwongen de stad te verlaten, en Mijndert van der Thijnen verloor zijn posities als schoolmeester en koster. Ondanks dit onrecht mocht hij in zijn huis blijven wonen.

De Munsterse troepen rukten verder op naar het noorden en begonnen op 24 juli 1672 met de belegering van Groningen. Generaal Carl von Rabenhaupt, bevelhebber van het Staatse leger, verdedigde de stad dapper tegen zware bombardementen en aanvallen. Op 28 augustus gaf de bisschop van Munster het beleg op, en Groningen bleef ongeschonden.

Toen Mijndert van der Thijnen dit nieuws vernam, smeedde hij een stoutmoedig plan om Coevorden bij verrassing te heroveren. Hij legde zijn strategie voor aan generaal Von Rabenhaupt. In de winter, wanneer de grachten van Coevorden bevroren waren, zouden ze met zelfgemaakte ‘biezen bruggen’ de vestinggrachten kunnen oversteken en de stad verrassend kunnen terugwinnen.

Op 27 december 1672 vertrok het ontzettingsleger, onder leiding van overste Van Eybergen, met een afdeling ruiterij en de op wagens geladen bruggen naar het zuiden. Op 30 december, ‘s morgens om acht uur, begon de aanval vanuit drie verschillende richtingen. In dichte mist legden ze snel een biezen brugconstructie over de bevroren stadsgracht. Binnen een uur vluchtte de vijandelijke bezetting, gevolgd door een kort vuurgevecht. De grachten en de vestingwal werden overwonnen, het kasteel ingenomen, en Coevorden was bevrijd.

De heldendaad van Mijndert van der Thijnen maakte grote indruk, en hij werd een symbool van moed en vastberadenheid. Later werd hij benoemd tot burgemeester van Coevorden en ouderling in de kerk waar hij ooit koster was. Op 17 februari 1707 stierf hij, rustend in de wetenschap dat hij zijn stad op memorabele wijze had gered. Zijn laatste rustplaats vond hij in ‘zijn’ kerk, de NH Kerk van Coevorden, waar zijn herinneringen werden gekoesterd in het ‘Memoriaal’ dat hij naliet als een blijvend gedenkschrift.