Cornelis (Kees) de Kock diende als burgemeester van de gemeente Oosterhesselen in Zuidoost-Drenthe tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn tijd als burgemeester werd gekenmerkt door een delicate balans tussen het opkomen voor zijn bevolking en het navigeren binnen de regels van de Duitse bezetter.

In een tijd waarin Nederland bezet was door de Nazi’s, stond een burgemeester voor een bijzonder moeilijke positie. Enerzijds moest hij het belang van zijn burgers behartigen, anderzijds was hij gebonden aan de restricties opgelegd door de bezetter. Als de schakel tussen het Duitse bezettingsbestuur en de Nederlandse samenleving, stond hij voor constante ethische dilemma’s en de noodzaak om naar eer en geweten te handelen, zelfs in noodsituaties.

Met een diepgeworteld gevoel van verantwoordelijkheid voor zijn gemeenschap bleef De Kock op zijn post, wat hem het vertrouwen van het verzet opleverde. Hij was actief betrokken bij het verzet en onderhield regelmatig contact met andere Drentse burgemeesters die dezelfde idealen deelden. Deze bijeenkomsten dienden als platform om verzetsactiviteiten te bespreken en te delen, wat hen allen moed gaf in hun strijd.

De gebeurtenissen van Dolle Dinsdag in september 1944 brachten een keerpunt in de oorlog. Naarmate de geallieerden de Nederlandse grens naderden, brak paniek uit onder de Duitsers en NSB’ers, die vreesden voor represailles. Deze angst leidde tot massale vlucht naar Duitsland. In de nasleep van Dolle Dinsdag werden er wraakacties uitgevoerd door de Duitse bezetter, zoals de beruchte Aktion Silbertanne, waarbij zonder proces represailles werden uitgevoerd tegen vermeende verzetsleden.

Cornelis (Kees) de Kock werd beschuldigd van betrokkenheid bij verschillende verzetsactiviteiten, zoals overvallen op distributiekantoren en het saboteren van Duitse bevelen. Als represaille voor zijn verzetsdaden werd hij op 18 september 1944 gedwongen zich te melden bij de Commissaris van de Koningin in het Kantongerecht Assen. Dit diende tevens als afschrikkend voorbeeld voor de gemeente.

Op die fatale avond verraden door een NSB’er, werd De Kock gearresteerd zonder de kans te krijgen zich fatsoenlijk voor te bereiden. Hij werd meegenomen naar een afgelegen locatie buiten de dorpsgrenzen en zonder genade geëxecuteerd op slechts 38-jarige leeftijd. Zijn lichaam werd onmiddellijk begraven, zonder enige vorm van eerbetoon.

Het leven en de dood van Cornelis (Kees) de Kock staan symbool voor de moed en toewijding van vele Nederlanders tijdens de Tweede Wereldoorlog, die hun leven riskeerden in de strijd tegen de onderdrukking en voor vrijheid en gerechtigheid. Zijn nalatenschap leeft voort als een herinnering aan de heldhaftigheid en opoffering van degenen die vochten voor een betere toekomst.